Wilde bonen en boonachtigen
Een bron van proteïnen
De zadenbank van de Plantentuin bewaart één van de grootste collecties wilde bonen en boonachtigen (Fabaceae) ter wereld. Vooral de genera Phaseolus en Vigna zijn goed vertegenwoordigd. Peulvruchten zijn wereldwijd belangrijk als eiwitleverancier in de voeding. Cultuurvariëteiten van de gewone boon (Phaseolus vulgaris), de pronkboon (Phaseolus coccineus), de ogenboon (Vigna unguiculata) en de mungboon (Vigna radiata) zijn hier voorbeelden van.
De collectie heeft als doel om de genetische variatie van deze groep op lange termijn te behouden – essentieel om de toekomst van deze belangrijke voedselgewassen te verzekeren. Een collectie als deze is een belangrijke bron van genetisch materiaal voor wetenschappelijk onderzoek en veredeling.