Ontstaan en groei herbarium
Hoe het allemaal begon
De Plantentuin werd in 1826 onder Nederlands bewind opgericht door de Koninklijke Maatschappij voor Tuinbouw en Boomkwekerij van Nederland. Geleidelijk aan kocht, erfde of kreeg de Plantentuin vele opmerkelijke herbariumcollecties. Daaronder bevonden zich het Braziliaanse Herbarium van Claussen, een collectie vouchers van Dr. Fifechet uit Afrika en andere die in Japan werden verzameld door C.L. Blume.
Een zeer indrukwekkende verzameling werd aangekocht van de weduwe van Henri Galeotti (1814-1858). Henri Galeotti werd in Frankrijk geboren als zoon van een Milanese vader, maar verhuisde na de Belgische revolutie naar Brussel. Daar ontpopte hij zich al snel als een getalenteerd geoloog en botanicus. Hij werd aangeworven om Mexico uitgebreid te verkennen. Tussen 1835 en 1840 maakte hij vele reizen en verzamelde hij 7.297 specimens waarvan er 4.620 in het Brusselse herbarium werden gedeponeerd.
De ‘Jardin botanique de Bruxelles’ werd oorspronkelijk door een aantal gefortuneerde burgers opgericht als een naamloze vennootschap, maar in 1870 werden de gebouwen en eigendommen van de vennootschap door toedoen van de botanicus en politicus Barthélemy Dumortier door de Belgische regering aangekocht. Dit werd de Jardin Botanique de l'Etat.
In 1871 werd het beroemde Braziliaanse herbarium van Carl von Martius (1794-1868) van ca. 300.000 exemplaren van over de hele wereld aangekocht door de Belgische regering en opgenomen in het bestaande herbarium. Martius was de redacteur van de Flora Brasiliensis, het eerste voorbeeld van een monografische florareeks, gepland en afgewerkt om de rijkdom van de bloeiende planten in een tropisch land weer te geven. Dit zorgde ervoor, samen met het productieve, taxonomische werk van Alfred Cogniaux en een actieve verwervingspolitiek van collecties uit Latijns-Amerika, in de tweede helft van de 19de eeuw, dat het herbarium van Plantentuin Meise een zeer belangrijke referentiecollectie voor Latijns-Amerika werd .
Andere collecties in Meise zijn de Europese en Belgische herbaria. Tot de vroege aanwinsten behoorde de collectie van Baron Oscar de Dieudonné van Leuven, een fervent amateur-botanicus die de ambitie had een uitgebreide Europese flora samen te stellen, wat door zijn vroege dood een halt werd toegeroepen. In zijn relatief korte leven slaagde hij er echter in specimens van 8.685 soorten te verzamelen. François Crépin, auteur van Flore de Belgique, hielp het groeiende herbarium een handje door 17.821 vouchers van zijn persoonlijke collectie te schenken en merkte op dat het "Herbier général" in Brussel moest worden beschouwd als een van "les plus considérables".
Het Belgische herbarium is dan weer bijzonder belangrijk; de Belgische flora wordt actief bestudeerd door een groot aantal amateurs en studenten.
Kort na de oprichting van Kongo Vrijstaat in 1885 gaat de aandacht van de toenmalige Jardin Botanique de l’Etat verschuiven naar 'Kongo'. Sinds het einde van de negentiende eeuw is de plantentuin betrokken bij het bestuderen en verzamelen van Centraal - Afrikaanse planten. Koning Leopold II regeerde over ’ l’Etat Indépendant du Congo’ en deed een beroep op de botanische tuinen om nieuwe exploiteerbare producten uit het gebied te vinden. Bijgevolg werd er in die periode heel wat verzameld en bestudeerd over de flora van Centraal-Afrika, zodat naar schatting 85% van de specimens die ooit in de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Burundi werden verzameld, in het herbarium vertegenwoordigd zijn. Het herbarium is dan ook de referentiecollectie bij uitstek voor de Midden-Afrikaanse Flora .
Talrijke aanwinsten van zeer interessant materiaal voor deze regio zullen volgen. Dit materiaal vormde de basis van zeer intensieve onderzoeksactiviteiten onder leiding van onder meer Emile De Wildeman. De collectie werd de basis van verschillende florabewerkingen voor deze regio, zoals ondermeer de Flore d’Afrique centrale en de Flore illustrée des champignons d’Afrique centrale.
Als resultaat hiervan hebben we een wereldwijde collectie met een focus op tropisch Afrika en Latijns-Amerika, aangevuld met zeer omvangrijke collecties uit Zuidwest-Europa. Deze laatste werden vooral verworven door schenkingen vanwege andere Belgische herbaria en van nalatenschappen van (amateur)plantkundigen.
Het herbarium acroniem is –BR, afgeleid van Brussel, onze vroegere vestigingsplaats. Dit is een internationaal erkend acroniem, of afkorting, toegewezen aan ons herbarium waarmee de herkomst van materiaal in wetenschappelijke publicatie wordt aangeduid.