Kijken achter de schermen
Over oogsten, bewaren en ontkiemen
Het optimaal bewaren en weer laten kiemen van zaden vereist heel wat expertise en handelingen. Alles start met een correcte identificatie. Die gebeurt best wanneer de planten in bloei staan. We zamelen de zaden in wanneer ze net rijp zijn. Dit is van cruciaal belang, omdat onrijpe zaden niet goed bewaren.
Onmiddellijk na inzameling maken we de zaden vakkundig schoon en drogen we ze tot een vochtgehalte tussen 5 en 10%, om de levensduur te maximaliseren. Tijdens dit ganse proces krijgen de zaden ook een identificatiecode en registreren we alle noodzakelijke gegevens in een databank.
Vervolgens bewaren we de zaden op lage temperatuur in een koelkamer of diepvries, afhankelijk van de bedoelde bewaartermijn.
Om inzicht te krijgen in de levensvatbaarheid van de zaden voeren we kiemtesten uit vlak na de oogst en op geregelde tijdstippen tijdens het bewaarproces. Elke soort heeft zijn eigen voorkeur wat betreft temperatuur en licht om tot kieming over te gaan. De specifieke licht- en temperatuurscondities die nodig zijn voor de kieming worden nagebootst in incubatoren of kiemkasten.
Er is er heel wat kennis en onderzoek vereist om de juiste kiemcondities te achterhalen. Zaden zijn geprogrammeerd om te kiemen bij de meest optimale omstandigheden voor de zaailingen. Deze omstandigheden zijn afhankelijk van de ecologie en habitatvoorkeur van de soort. Zaden kunnen reageren op een reeks omgevingssignalen zoals temperatuur en licht die ervoor zorgen dat de ontkieming op het optimale moment plaatsvindt. In Plantentuin Meise bestuderen we vooral de kiemvereisten voor soorten uit een gematigd klimaat, waaronder de bedreigde Belgische plantensoorten (link naar Belgische flora). Er is ook heel wat expertise van soorten uit de DR Congo en van wilde verwanten van bananen.