Gigantisch groot
Bananen en andere reuzenkruiden
De bekendste leden van de gemberorde (Zingiberales), zijn de families van de bananen, heliconia’s en gembers. Ze komen voor in de vochtige tropen en subtropen. We noemen ze reuzenkruiden omdat ze niet houtig worden en toch de afmetingen van een boom kunnen bereiken. Door hun snelle groei vullen ze zeer vlug open ruimtes in het regenwoud.
De banaan (Musa) vormt het belangrijkste geslacht van de bananenfamilie (Musaceae). Bananen zijn onmisbaar in de lokale en internationale economie, als voedselbron of voor vezels. Plantentuin Meise heeft een collectie van ongeveer 20 verschillende soorten, die wordt uitgebouwd door onderzoekers van Plantentuin Meise en de KU Leuven. Het onderzoek focust zich op de genetische oorsprong van gecultiveerde bananen.
De spiraalgemberfamilie (Costaceae), met als belangrijkste geslacht Costus, vormt eveneens een belangrijke wetenschappelijke collectie van de Plantentuin, met meer dan 40 verschillende soorten.
Tijdens een wandeling door het Plantenpaleis kom je deze en heel wat andere reuzenkruiden tegen. Vooral in de kas van het Tropisch Regenwoud kan je ze vinden. In de kas van het Antropogeen Bioom groeien de economisch belangrijke soorten.