[Science News] - Plantentuin Meise draagt bij aan onze voedselzekerheid
Wereldvoedseldag is een internationale dag die elk jaar wereldwijd op 16 oktober wordt gevierd ter herdenking van de oprichting van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) in 1945. De FAO werd opgericht als een internationaal forum om honger en ondervoeding aan te pakken. Met 195 leden – waaronder 194 landen en de Europese Unie – opereert de instelling vanuit het hoofdkantoor in Rome, Italië, en heeft het regionale kantoren in meer dan 130 landen, waaronder één in Brussel.
Het veiligstellen en ontdekken van de diversiteit aan planten en schimmels is van cruciaal belang voor het waarborgen van de voedselzekerheid. Plantentuin Meise heeft een lange traditie in het ontdekken, conserveren en kweken van planten en paddenstoelen die interessant zijn voor consumptie. De ontdekking van witlof in het begin van de 19e eeuw wordt bijvoorbeeld toegeschreven aan Franciscus Bresiers, een tuinman van de Plantentuin, destijds gevestigd in Brussel. Eind jaren tachtig verwierf de Plantentuin een van de meest uiteenlopende collecties Phaseoleae bonen, waartoe ook de gewone boon behoort, die nog steeds bewaard en bestudeerd wordt in Meise. De collectie omvat meer dan 3000 populaties van bonen die meer dan de helft van de bonensoorten uit Zuid-Amerika, Afrika en Azië vertegenwoordigen.
Onderzoek naar en het behoud van genetische hulpbronnen van planten en schimmels zijn nu een centraal onderzoeksthema in de Plantentuin, dat verschillende projecten omvat zoals het beschrijven en bestuderen van wilde eetbare paddenstoelen in Afrika, het bewaren en vermeerderen van bananen uit Zuidoost-Azië, het bestuderen van bonen in Burundi en het identificeren van koffiesoorten in DR Congo. Dit multidisciplinaire werk omvat verschillende onderzoeksthema's, variërend van het beschrijven van nieuwe soorten tot het beoordelen van de ecologische en agronomische kenmerken. Misschien wel het belangrijkste aspect van ons onderzoek is het delen van deze kennis met lokale studenten, partners en boeren, hetzij via capaciteitsopbouw, hetzij door het verstrekken van gemakkelijk en vrij toegankelijke bronnen zoals bijvoorbeeld handleidingen, onderzoeksmanuscripten, boeken, databases enz.